De Dyna Z en haar evolutie

 

    Sinds haar bestaan in 1954 is de Dyna natuurlijk geëvolueerd. De belangrijkste verandering was wel het koetswerk. Vanaf de herfst 1955 werd dit uitgevoerd in staalplaat, de beweegbare delen (deuren en motorkappen) bleven nochtans tot in de zomer 56 in alu. Deze verandering werd ingegeven door economische redenen. Het gewicht van de Dyna neemt met 60 kg toe, de aankoopprijs vermindert met 10%. Door haar groter gewicht houdt de wagen minder goed de baan. Hieraan tracht men te verhelpen door de vering lichtjes te aan te passen en door de schokdempers te veranderen.

 

    Het mechanisch gedeelte werd verbeterd door het in gebruik nemen van een nieuw type "aerodyne" motor, een motor met geforceerde luchtkoeling. Hierbij zit de motor volledig in een gestroomlijnd aluminium omhulsel (de ventilatorkoeltunnelbeplating). De Dyna past zich aan de toenmalige smaak aan (heel kitsch); ze heeft een tweekleurige plastiekbekleding binnenin. De meer luxueuze modellen krijgen een tweekleuren buitenschildering in een speciale tekening. Volgens de mode van het ogenblik biedt Panhard vanaf 1957 de "coupleur Jaeger" in optie aan, een elektromagnetische schakeling met poeder. En om haar verminderde prestaties te compenseren lanceert men in maart 1959 de Dyna Tigre, waarvan de motor 50 PK (tegen 42 voor een normale motor) ontwikkelt. Hierdoor kan de wagen 140 km/u behalen..

 

    Wat het koetswerk betreft kan de klant kiezen voor een cabriolet of indien hij iets dient te vervoeren, voor een vrachtautootje voorzien van een plaat of een dekzeil. Dit laatste is beschikbaar vanaf 1959. Maar indien hij een break wil, moet hij zich wenden tot de carrosserie Pichon-Parat te Sens, want die wordt niet in de avenue d'Ivry vervaardigd. Deze carrossier stelt zelfs een " Dolomite" voor, een sportieve berlinette. Naast de DB, welke alle competities wint, vindt men ook op basis van Panhard, de kleine coupé ATLA met vlinderdeuren, de Marsonnetto Luciole en later de cabriolet SERA, zonder de ambachtelijke realisaties te vergeten.

 

De Belgische gamma

 

De binnenlandse markt

 

    De Belgische klant, heeft helaas geen recht op al deze mogelijkheden. Hij kan slechts opteren voor de berline, in één kleur, zonder Tigre motor of Jaeger koppeling. Ten hoogste kan hij de bestelwagen kopen! De Dyna's die uit de fabriek van Vorst komen verschillen een weinig van de Franse, maar ze hebben wel veel Belgische onderdelen, zoels het glaswerk, de binnenbekleding en de banden. De sierstrippen op de lasnaden van de motorkap en de achtervleugels, die geschilderd worden op de franse modellen, blijven in gepolierd aluminium op de Belgische Dyna's. De kleurengamma is wel heel verschillend : ze stemt overeen met de Belgische Citroëngamma. Vanaf maart 58 komt er eindelijk toch wat afwisseling : de Grand Luxe (in Frankrijk Grand standing), leverbaar aan 79.950 BF, geflankeerd door een Luxe (in Frankrijk Grand Luxe) aan 74.950 BF

 

De Belgische export van Vorst

 

    België is wel de voornaamste afzetmarkt van de fabriek in Vorst, maar de export speelt toch ook  mee voor 10%. Behalve het Groot-Hertogdom Luxemburg, waarvan de verkoopsorganisatie in de Belgische geïntegreerd is, bevoorraadt S.B.A. Citroën regelmatig landen zoals Nederland, en sporadisch Belgisch Congo, Zwitserland, Zweden en Italië.